Beef Jerky - historisch gezien

Benjamin Jacobs

Gedroogd vlees is door de eeuwen heen op verschillende manieren op alle continenten verschenen. Het Beef Jerky, zoals wij het kennen en voor Simple Jerky produceren, komt oorspronkelijk van een oude stam van de Inca's, de Quechua, die in het huidige Peru leefden. De Quechua noemden hun gedroogde vlees "Ch'Arki". Met de komst van de Spanjaarden in Zuid-Amerika werd "Ch'Arki" snel verspreid. De conquistadores erkenden de nuttigheid en voedingswaarde van Ch'Arki en het werd een essentieel onderdeel van hun proviand. De Spanjaarden brachten hun Charqui, zoals ze het noemden, naar het Noord-Amerikaanse continent. In de huidige VS werd in die tijd al door de Noord-Amerikaanse inheemse bevolking buffel- of bizonvlees tot gedroogd vlees verwerkt. Dit "Pemmikan" diende ofwel als noodrantsoen of als reisproviand. Een combinatie van het Spaanse Qu'Arki en het inheemse Pemmikan werd onmiddellijk door jagers, kolonisten en cowboys aangenomen als een voedzame, gemakkelijk te vervoeren en lang houdbare snack en uiteindelijk omgedoopt tot "Jerky".

"Drogervlees was natuurlijk niet alleen op het Noord- en Zuid-Amerikaanse continent te vinden. Ook in Zuid-Afrika werd vlees door drogen houdbaar gemaakt. Inheemse stammen zoals de Khoikhoi pekelden verschillende soorten vlees en hingen het bij voorkeur hoog in bomen op om het te drogen. Europese kolonisten namen deze manier van vlees verwerken over, verfijnden het verder met specerijen en noemden het uiteindelijk Biltong."

Voor de geschiedenisliefhebbers onder jullie hier nog een interessant artikel over de geschiedenis van Beef Jerky:

Ch'Arki - De Originele Jerky Methode voor het Bewaren van Vlees

Terug naar de blog